Op 14 november 2024 werd ik door mijn werkgever Dobbe Transport ‘uitgeleend’ aan onze opdrachtgever Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij (Hema). Ik deed die dag 2 ritten op onze mooie Veluwe. En voor de beeldvorming werkte ik die dag van 4.15-18.45 uur.
Een paar weken later vond ik in mijn fysieke postvak op het werk een beschikking (bekeuring) van het CJIB van € 189 voor die bewuste dag. Ik was namelijk het winkelgebied in Ede op de verkeerde plek ingereden om 6.50 uur. Het ingediende beroep werd op de kille gronden van vrouwe justitia ongegrond verklaard.
Nu het kabinet de afgrond in Schoof, ontstaat er een window-of-opportunity om mijn ervaringen in mijn 3e professionele levensfase te delen met jou en een handjevol politieke partijen en die te gieten in een aantal verbetervoorstellen.
Het 1e voorstel raakt misschien niet gelijk het landelijke beleid. De ontvangen bekeuring is het gevolg van beleid van een gemeente. Rode draad in dit voorstel is dat je bekeuringen moet differentiëren op het type verkeer. En dan bedoel ik niet fietser-automobilist, maar vooral een onderscheid op type voertuig. Waarom is in Ede die € 189 voor een personenauto gelijk aan een vrachtauto? Dus pas de sanctiebedragen aan op type risico, voertuig en bijdrage aan het economische verkeer.
Een 2e voorstel gaat over het voorkomen van files, aanrijdingen en dus een betere doorstroming op ons stroomwegennet. Ik leg dat uit aan de hand van de situatie op de A4 vanuit Den Haag richting Amsterdam. Na de afrit naar de N434 krijgen weggebruikers naar Amsterdam bewegwijzering waaruit blijkt dat de hoofdrijbaan is voor verkeer richting Amsterdam en de parallelbaan voor de afslagen richting de N206 en N11. De praktijk is daarmee dat je ziet dat vooral het vrachtverkeer richting Amsterdam zonder voorkennis van baan 1 naar baan 3 gaat. Het gevolg is dat hiermee de kans op file en op het ontstaan van aanrijdingen exponentieel toeneemt. Mijn voorstel is in heel Nederland in geval van een hoofdrijbaan en de parallelbaan die weer uitkomt op de hoofdrijbaan, de bewegwijzering zo aan te passen dat vrachtverkeer het advies of verplichting krijgt de parallelrijbaan te volgen en zo later weer de hoofdrijbaan te vervolgen. Op de A9 richting de A1 Almere-Amersfoort bestaat dit overigens al en werkt vast heel goed.
Het 3e voorstel is een voorstel dat veel rigoureuzer is en veel meer impact zal hebben voor de burger en de uitvoeringsorganisaties. Ik heb in een eerder blog al uitgelegd wat maatschappelijke kosten zijn. Voor dit voorstel zal op termijn de opbrengst voor onze maatschappij groter zijn dan de kosten.
Al sinds het behalen van mijn C-rijbewijs vind ik en hoor ik van collega’s en vertegenwoordigers van brancheorganisaties dat iedere burger met een rijbewijs anders dan C(E) of zelfs D(E) verplicht een keer op een vrachtwagen of bus moet rijden. Gewoon is om te ervaren wat het is en wat jouw rijgedrag kan betekenen voor die bestuurders. Iedere werkdag word ik regelmatig gehinderd met afsnijden, een zijstraat uitschieten, geen geduld of geen ruimte geven of inpikken.
Het voorstel kent overeenkomsten met de code 95 voor beroepschauffeurs. Je bent namelijk verplicht als beroepschauffeur iedere 5 jaar 35 uur nascholing te volgen. Doe je dat niet dan mag je ook niet meer beroepsmatig achter een stuur van een vrachtauto. Dus mijn voorstel is dat niet alleen een beginnend bestuurder (auto-bromfiets-motor) binnen 2 jaar na het behalen van het rijbewijs een verplichte rijcursus volgt. Maar ook dat iedere burger met een rijbewijs A en B iedere 5 jaar een verplichte (herhalings) rijcursus volgt. Doe je dat niet dan mag je ook niet meer de weg op. Het doel van die rijcursus is het leren en onderhouden van het sociaal, defensief en besluitvaardig rijden.
Sociaal rijgedrag gaat over het bevorderen van veilige- en zo gunstig mogelijke verkeerssituaties. Dus met respect voor de belangen voor andere weggebruikers en het nemen van verantwoordelijkheid voor veilige verkeerssituaties. Defensief rijgedrag omvat het voortdurend waarnemen van wat er op de weg gebeurt, zodat je doet wat nodig is om een ongeval of het risico erop te voorkomen. En besluitvaardig rijgedrag houdt in dat je vlot handelt in verkeerssituaties en tijdig en juist je snelheid aanpast.
In de praktijk betekent het dat je in een dagdeel van 2x2uur – de 1e 2 uur is inventariseren en bespreken en de 2e 2 uur is oefenen met je verbeterpunten – werkt aan je rijgedrag. Je doet dit bij een door het CBR erkend en gecertificeerd rijinstructeur. Die rijinstructeur meldt het volgen en behalen van de rijcursus af bij het CBR die dat weer doorgeeft aan het RDW. Dus word je staande gehouden dan is het voor de dienstdoende agent duidelijk of je rijbewijs wel of niet geldig is. En rijd je zonder bevoegdheid dan pleeg je daarmee een misdrijf!
Natuurlijk heeft op het 1e gezicht dit voorstel nog wel wat voetangels en -klemmen. Er zijn immers miljoenen burgers met een A, B of M rijbewijs. Zijn er wel genoeg rijinstructeurs? Hoe gaat het CBR de kwaliteit en integriteit van rijinstructeurs waarborgen? Onthou Keulen en Aken zijn niet op 1 dag gebouwd.